dinsdag 10 juli 2012

Burgerlijk


Deze frisse morgen voelt prettig aan, vooral om ontspannen en zorgeloos hard te lopen. Op de Van Heemstraweg wordt het onkruid in de bestrating van de vluchtheuvels met stoom belaagd, ik ben benieuwd hoe het er over enkele dagen uitziet.
Mijn suggestie dat ik vandaag, inmiddels ren ik over de Hommelstraat, zonder zorgen loop is feitelijk bezijden de waarheid. Het zou zo zijn geweest als het nieuws over de rechtszaak, aangespannen door Apple, aan mij voorbij was gegaan. Henry Carr, de Engelse rechter, heeft met zijn uitspraak mijn zorgeloosheid teniet gedaan. Rechter Carr is namelijk van mening dat de tablets van Samsung qua ontwerp weliswaar sterk op die van Apple lijken, maar desondanks veel minder cool dan de iPad zijn. Derhalve wordt de verkoop van de Galaxy Tab in Groot Brittannië niet verboden, maar dat terzijde.
Het geniep zit ‘m in ‘minder cool’, de kern van het rechterlijk oordeel. "Dat heb ik nou weer!", kan ik niet nalaten te bedenken. Ik bedoel maar, iets van de dingen die je bezit of koestert straalt af op jouw persoonlijkheid. We kleden ons bijvoorbeeld niet voor niets naar de laatste mode; we dragen over het algemeen liefst kleding die door de meerderheid aantrekkelijk gevonden wordt. Door ons daarin te vertonen worden wij als persoon min of meer aantrekkelijker gevonden. Of dat ook zo is doet niet ter zake, we geloven het.  En aangezien ik een Galaxy Tab 10.1 van Samsung bezit, een tablet dat vanaf vandaag minder cool wordt gevonden, ben ik persoonlijk dus ook minder cool. Dat is lastig!
Op de Dijk heeft de tijd niet stil gestaan. Doordat een deel van het dijklichaam, van het fruitbedrijf van de familie Engelen tot aan de verkeersbrug over de Waal, aan de landzijde (nog) niet is gemaaid, kon de natuur daar haar vrije gang gaan. Zij, de natuur, heeft er een prachtwerkje van gemaakt. Waar ik nu ren is het vooral de Wilde Cichorei die boven de ruige grassen uitsteekt. De helle lichtpaarsblauwe bloemen veroorzaken een vrolijk gevoel. En niet alleen bij mij. Ook de vogels fluiten aan deze kant, links van mij, vrolijker dan aan de kant van de rivier. Ja, zelfs een wielrenner bekijkt met genoegen deze hemelse bloemenzee; bij het passeren kijken we elkaar veelbetekenend aan: “Prachtig hé?”
Ik peins over het fenomeen dat dit deel van de dijk niet werd gemaaid. Zolang ik nog ter hoogte van de fruittuinen van Engelen loop denk ik dat het is omdat zij, als vermoedelijke eigenaar, geen behoefte aan het maaisel zullen hebben. Later, als blijkt dat verderop het maaien ook achterwege is gebleven, valt mij in dat Sint Jacobskruiskruid wellicht de oorzaak is. Ter controle zoek ik naar de plant en vind er volop. Vorig jaar waren medewerkers van het Vrijwillig Landschapsbeheer Beuningen in het voorjaar op zoek naar deze planten. Dat deden ze nauwgezet: ieder Jacobskruiskruid-plantje dat zij aantroffen werd zorgvuldig uitgestoken. Dit omdat deze plant veel alkaloïden bevat, dat leverziekte kan veroorzaken bij het vee. Om de begroeiing te kunnen verhooien mag het maaisel dus niet te veel van deze planten bevatten. Weer terug naar huis meen ik rupsen van de Sint Jacobsvlinder in hun waardplant te zien, maar als ik deze ‘rupsen’ van nabij bekijk blijken het samenklonterende luizen.
Het lukte niet om het gras vrij te maken van giftige planten; om de natuurlijke gang van zaken een halt toe te roepen. Moeder natuur trekt zich gelukkig weinig aan van wat wij vinden of doen. Die gedachte blaast mijn zorg, veroorzaakt door de visie van Henry Carr, als een donsveertje van mij weg. Ik wil helemaal niet cool zijn. Dus verandert er niets en kan ik mij gewoon lekker burgerlijk voelen en gedragen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten